“Geduld is een schone zaak… maar niet mijn sterkste kant”, zegt Pien ten Napel in deze Brout Story.
Ik sta bij veel mensen niet bekend als een heel geduldig persoon. Als ik iets in mijn hoofd heb, wil ik het nu. Als ik iets van iemand verwacht, verwacht ik het direct. En als ik iets wil doen, dan wil ik dat gelijk. Maar helaas, het leven werkt zo niet. De beste dingen in het leven kosten tijd. Neem bijvoorbeeld… een avocadoplant laten groeien uit een pit. Je wacht eindeloos tot dat ene worteltje eindelijk doorbreekt. En dan, als je denkt dat het zover is? Nog meer wachten. (En eerlijk: ik geef die pit al op na drie dagen.)
Toen ik meedeed aan Leading Self bij Brout, had ik niet gedacht dat ik juist hier mijn ongeduld onder de loep zou nemen. Maar wie bekend is met de DISC-test weet waar ik naartoe werk: ik ben heel geel. Heerlijk creatief, optimistisch, chaotisch – en ja, een tikkeltje ongeduldig. Een slechte dag bij mij op kantoor? Dat is er eentje vol impulsieve acties, meetings van de hak op de tak, en om een lekkere slechte dag af te sluiten een chaotische werkplek die ik de volgende dag waarschijnlijk nog steeds niet ga opruimen. Niet ideaal voor langetermijnprojecten – en nee, dat is niet persoonlijk.
Hoe ga ik om met mijn ongeduldig zijn?
Tijdens de training leerde ik hoe ik beter met mijn gele chaos om kan gaan én hoe ik meer ruimte maak voor focus. Dit helpt mij om niet alleen meer geduld te hebben, maar ook effectiever te werken.
Mijn tips voor effectiever werken als je DISC-geel bent
1. Mix lange- en kortetermijnprojecten, Zo kan ik kiezen of ik vandaag een “typische gele dag” heb, of dat ik juist focus op projecten die meer tijd en rust vragen.
2. Plan blokken voor chaotische energie, Ik geef mezelf ruimte om te brainstormen, te kletsen en te improviseren – en plan daarna een moment voor focus.
3. Creëer mini-deadlines, Grote projecten knip ik op in kleinere stukken. Dat voelt sneller en geeft meer voldoening.
4. Schrijf impulsen op, Mijn hoofd is vaak een ideeënmachine. Door ze eerst op te schrijven in plaats van meteen te rennen naar de dichtstbijzijnde HEMA voor wol of iets dergelijks, houd ik meer rust en overzicht. Daarnaast, niet elk idee is na een tweede keer denken nog zo’n goed idee. (Moge het idee van de pattiserie waardige spacetartelette rusten in vrede)
5. Accepteer dat niet alles nu hoeft, Het is oké als iets tijd kost. (En ja, ik herhaal dit mantra regelmatig tegen mezelf…)
2. Plan blokken voor chaotische energie, Ik geef mezelf ruimte om te brainstormen, te kletsen en te improviseren – en plan daarna een moment voor focus.
3. Creëer mini-deadlines, Grote projecten knip ik op in kleinere stukken. Dat voelt sneller en geeft meer voldoening.
4. Schrijf impulsen op, Mijn hoofd is vaak een ideeënmachine. Door ze eerst op te schrijven in plaats van meteen te rennen naar de dichtstbijzijnde HEMA voor wol of iets dergelijks, houd ik meer rust en overzicht. Daarnaast, niet elk idee is na een tweede keer denken nog zo’n goed idee. (Moge het idee van de pattiserie waardige spacetartelette rusten in vrede)
5. Accepteer dat niet alles nu hoeft, Het is oké als iets tijd kost. (En ja, ik herhaal dit mantra regelmatig tegen mezelf…)
Kortom: Geduld is en blijft een schone zaak, maar een beetje rommel mag er ook zijn.
Weten waar het vandaan komt is 1, en er vervolgens mee kunnen werken en kunnen accepteren dat je er misschien af en toe aan moet overgeven is een tweede. Met een beetje structuur en zelfkennis kun je zelfs als chaotische gele persoonlijkheid lange(re) projecten tackelen – én er nog plezier in hebben ook. En misschien, héél misschien, groeit die avocadoplant ook nog een keer.